Crowding Out Effect De impact van het fiscaal beleid op particuliere investeringen
In mijn jaren waarin ik de complexe stromingen van de financiële markten navigeerde, hebben weinig concepten zo diep resonantie gevonden als het Crowding Out Effect. Het is een principe dat, hoewel vaak besproken in de economische theorie, zich manifesteert met tastbare implicaties voor bedrijven, investeerders en de bredere economie. Mijn carrière als professionele vermogensbeheerder, die dagelijks worstelt met marktangsten zoals de “muur van zorgen” beschreven door William Corley, heeft me een plek op de eerste rij gegeven om te zien hoe overheidsbeslissingen op fiscaal gebied door de private sector heen golven (Corley, “What the F?”). Het begrijpen van deze dynamiek is niet alleen academisch; het is essentieel voor het nemen van weloverwogen investeringsbeslissingen en het begrijpen van het financiële landschap.
Het Crowding Out Effect doet zich voor wanneer verhoogde overheidsleningen en -uitgaven leiden tot een vermindering van de investeringen in de private sector. Dit fenomeen is doorgaans een zorg in economieën waar de overheid haar fiscale voetafdruk uitbreidt, vaak door tekorten te financieren via schulden. Wanneer de overheid concurreert met particuliere entiteiten om beschikbare leenbare middelen, kan dit de kosten van lenen opdrijven, waardoor het minder aantrekkelijk of zelfs onmogelijk wordt voor bedrijven om kapitaal te verkrijgen voor hun eigen groeinitiatieven.
De mechanismen waardoor verdringing plaatsvindt zijn veelzijdig en hebben voornamelijk invloed op de rentevoeten en de toewijzing van middelen.
-
Rentevoeten en Investering
Wanneer een overheid haar leningen verhoogt, geeft zij meer obligaties of andere schuldeninstrumenten uit om haar uitgaven te financieren. Deze toename in de vraag naar uitleenbare middelen op de financiële markten kan leiden tot een stijging van de rente. Hogere rentetarieven verhogen op hun beurt de kosten van lenen voor particuliere bedrijven, waardoor ze worden ontmoedigd om nieuwe investeringen te doen of bestaande operaties uit te breiden. Bijvoorbeeld, een bedrijf dat overweegt een nieuwe fabriek te bouwen, kan ontdekken dat de winstgevendheid van het project aanzienlijk verminderd is als de leenkosten stijgen van 5% naar 8% door de concurrentie van de overheid op de schuldenmarkten.
-
Hulpbronnen Toewijzing
Naast alleen de kosten van kapitaal kan overheidsuitgaven ook echte economische middelen heralloceren van de private sector. Als de overheid grote infrastructuurprojecten onderneemt, kan het geschoolde arbeid, grondstoffen of gespecialiseerde apparatuur absorberen die anders beschikbaar zouden zijn voor initiatieven in de private sector. Deze directe concurrentie om middelen kan verdere particuliere investeringen belemmeren, zelfs als de rentetarieven stabiel blijven. De bredere discussie over het fiscale beleid, naast alleen de impact op het tekort, is cruciaal nu overheden proberen “het fiscale beleid breed te hervormen in het komende decennium,” inclusief sociale vangnetten, inkomsten en energiebeleid, wat invloed heeft op waar middelen naartoe worden geleid (Leddy, “Impact van het belastingpakket op het tekort”).
Hoewel het kernconcept van verdringing eenvoudig is, onthult de toepassing in de echte wereld complexiteiten en zelfs tegenintuïtieve uitkomsten.
-
Case Study: Afrikaanse Economieën - Een Verhaal van Twee Schulden
Een recente studie die de overheidsschuld en bedrijfsleningen in 29 Afrikaanse landen tussen 2000 en 2019 onderzoekt, biedt een fascinerende illustratie van de genuanceerde aard van verdringing en zelfs de omgekeerde daarvan, “verdringing-in” (Colak, Habimana & Korkeamäki, “De effecten van overheidsschuld op bedrijfsleningen”).
-
Binnenlandse Leningen en Traditionele Uitsluiting
Het onderzoek bevestigde dat binnenlandse overheidsleningen in Afrikaanse economieën de typische verdringingseffect induceert, waardoor de toegang van bedrijven tot schulden wordt verminderd (Colak, Habimana & Korkeamäki, “De effecten van overheidsschuld op bedrijfsleningen”). Dit komt overeen met de traditionele economische theorie: wanneer overheden sterk afhankelijk zijn van lokale financiële markten, trekken ze kapitaal weg van particuliere bedrijven, waardoor het moeilijker voor hen wordt om leningen te verkrijgen.
-
Extern lenen en het “Crowding-In” fenomeen
In een scherp contrast met ontwikkelde markten, ontdekte de studie dat Afrikaanse bedrijven een “crowding-in” effect ervaren wanneer overheden extern lenen, wat hun toegang tot schulden daadwerkelijk vergroot (Colak, Habimana & Korkeamäki, “De effecten van overheidsschuld op bedrijfsleningen”). Deze verrassende uitkomst suggereert dat buitenlandse kapitaalinstromen, aangetrokken door externe overheidsschuld, mogelijk doorstromen naar het binnenlandse financiële systeem, waardoor de totale hoeveelheid beschikbare middelen voor zowel de publieke als de private sector toeneemt.
Het “crowding-in” effect was bijzonder uitgesproken onder:
-
Beursgenoteerde bedrijven, vooral die welke op buitenlandse beurzen zijn genoteerd (multinationals) (Colak, Habimana & Korkeamäki, “De effecten van overheidsschuld op bedrijfsleningen”). Deze bedrijven hebben vaak sterkere financiële structuren en betere toegang tot internationaal kapitaal, waardoor ze kunnen profiteren van de bredere liquiditeit die wordt gebracht door externe overheidsschuld.
-
Landen met hogere Eurobondmarktactiviteit (Colak, Habimana & Korkeamäki, “De effecten van overheidsschuld op bedrijfsleningen”). Dit geeft aan dat integratie met wereldwijde kapitaalmarkten het “crowding-in” effect kan vergemakkelijken, aangezien externe overheidsschuld via instrumenten zoals Eurobonds aanzienlijke liquiditeit in vreemde valuta in de binnenlandse economie kan brengen.
-
-
De discussie over de overheidsschuld en de impact ervan gaat verder dan directe verdringing. William Corley benadrukt “Federale schuld/tekorten” als een van de drie primaire krachten die een “muur van zorgen” voor investeerders creëren, naast oorlog en tarieven (Corley, “What the F?”). Deze “Federale Schuld Bomb,” zoals hij het noemt, onderstreept de aanhoudende angst van investeerders die wordt gedreven door de enorme omvang van de overheidsschuld (Corley, “What the F?”).
Zelfs in economieën die sterke veerkracht tonen, zoals Saoedi-Arabië, waar niet-olie economische activiteiten zich uitbreiden, is de inflatie beheersbaar en is de werkloosheid op recordlaagte, is het beheren van het fiscale beleid cruciaal, vooral gezien factoren zoals “lagere olie-inkomsten en investeringen” (IMF, “Saoedi-Arabië: Conclusieverklaring”). Het vermogen van een regering om haar uitgaven in balans te houden, vooral tijdens perioden van verminderde inkomsten, zonder te veel afhankelijk te zijn van binnenlandse leningen, kan een belangrijke rol spelen bij het verminderen van het verdringingseffect en het bevorderen van de groei van de particuliere sector.
Beleidsmakers hanteren verschillende strategieën om de mogelijkheid van verdringing te verminderen:
-
Gezond Fiscaal Beheer: Het prioriteren van fiscale discipline, het verminderen van verspilling en ervoor zorgen dat overheidsinvesteringen productief zijn en hoge sociale rendementen opleveren, kan de behoefte aan overmatige leningen beperken.
-
Coördinatie van het Monetair Beleid: Centrale banken kunnen een rol spelen door te zorgen voor voldoende liquiditeit in het financiële systeem, hoewel dit in balans moet worden gebracht met inflatierisico’s.
-
Aantrekken van Buitenlands Kapitaal: Zoals te zien is in het voorbeeld van de Afrikaanse economieën, kan het aantrekken van externe financiering de totale pool van uitleenbare middelen uitbreiden, wat mogelijk de binnenlandse verdringing kan compenseren. Deze aanpak brengt echter ook zijn eigen risico’s met zich mee, zoals de volatiliteit van de wisselkoersen en zorgen over de duurzaamheid van de externe schulden.
-
Gerichte Prikkels: Overheden kunnen belastingprikkels of subsidies aanbieden aan particuliere bedrijven om de impact van hogere rentetarieven tegen te gaan, en zo particuliere investeringen in belangrijke sectoren aan te moedigen.
Voor investeerders en vermogensbeheerders is het begrijpen van het Crowding Out Effect niet slechts een academische oefening. Het is een kritische lens waarmee economische gegevens kunnen worden geanalyseerd, marktbewegingen kunnen worden voorspeld en portefeuilles kunnen worden gepositioneerd. Het “WTF” raamwerk - Oorlog, Tarieven, Federale Schulden/tekorten - vangt treffend de onderling verbonden uitdagingen die een gedisciplineerde top-down benadering vereisen om betekenisvolle trends voor investeringsbeslissingen te identificeren (Corley, “What the F?”). Wanneer overheden concurreren om kapitaal, heeft dit invloed op alles, van obligatierendementen tot de winstgevendheid van bedrijven en de waarderingen op de aandelenmarkt. Het erkennen van het potentieel voor overheidsschuld om middelen af te leiden of de leenkosten te verhogen, is van groot belang in een wereld waar het fiscale beleid voortdurend evolueert en het economische landschap hervormt.
Het Crowding Out Effect blijft een fundamenteel concept in de macro-economie, dat benadrukt hoe verhoogde overheidsleningen onbedoeld particuliere investeringen kan verstikken. Terwijl de traditionele opvatting geldt voor binnenlandse leningen, onthult het bewijs uit de echte wereld, zoals het “crowding-in” fenomeen dat wordt waargenomen bij externe overheidsleningen in Afrikaanse economieën, de complexe en contextafhankelijke aard ervan. Voor financiële professionals is een genuanceerd begrip van deze dynamiek, samen met een bewustzijn van bredere fiscale uitdagingen, essentieel voor het navigeren door de ingewikkelde investeringsomgeving van vandaag.
Referenties
Wat is het Crowding Out Effect?
Het Crowding Out Effect doet zich voor wanneer verhoogde overheidsleningen leiden tot verminderde investeringen in de private sector als gevolg van hogere rentetarieven en middelenallocatie.
Hoe beïnvloedt de overheidsschuld de bedrijfsleningen?
De overheidsschuld kan ofwel de bedrijfsleningen verdringen door de concurrentie om leenbare middelen te vergroten, ofwel de financiering aantrekken wanneer buitenlands kapitaal wordt aangetrokken.